Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet individuele huursubsidie ter beperking en herschikking van de uitgaven voor individuele huursubsidie

 

Artikel X
1
Ten aanzien van een huurder aan wie met inachtneming van de bij de Wet individuele huursubsidie behorende huursubsidietabel IIA een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van die wet is verstrekt over het tijdvak van 1 juli 1991 tot en met 30 juni 1992 voor een woning waarvan die huurder op 30 juni 1992 nog het genot had, vindt, zolang die huurder aan de voorwaarden voor toepassing van huursubsidietabel IIA blijft voldoen, de vaststelling van de bijdrage voor het tijdvak van 1 juli 1992 tot en met 30 juni 1993 tot en met het tijdvak van 1 juli 1994 tot en met 30 juni 1995 in afwijking van de Wet individuele huursubsidie plaats zodanig, dat de huurder:
a
over het tijdvak van 1 juli 1992 tot en met 30 juni 1993 een bijdrage ontvangt gelijk aan het bedrag dat de bijdrage zou bedragen met toepassing van de Wet individuele huursubsidie, zoals die luidt met ingang van 1 juli 1992, vermeerderd met drie vierde deel van het verschil tussen dat bedrag en het bedrag dat de bijdrage gedurende dat tijdvak zou hebben bedragen indien artikel 8a van de Wet individuele huursubsidie niet bij deze wet zou zijn gewijzigd;
b
over de tijdvakken, volgend op het onder a genoemde tijdvak, een bijdrage ontvangt gelijk aan het bedrag dat de bijdrage zou bedragen met toepassing van de Wet individuele huursubsidie, zoals die luidt met ingang van 1 juli 1992, vermeerderd met per opvolgend tijdvak telkens een vierde deel minder van het in onderdeel a bedoelde verschil.
2
Ten aanzien van een huurder als bedoeld in het eerste lid, wordt, zolang die huurder aan de voorwaarden voor toepassing van huursubsidietabel IIA blijft voldoen, voor de in het eerste lid, aanhef, genoemde tijdvakken in plaats van het in artikel 11, onder d, van de Wet individuele huursubsidie genoemde en met ingang van 1 juli 1992 ingevolge artikel 25, onder f, van die wet nader vastgestelde bedrag, gelezen dat bedrag, vermeerderd met:
a
voor het tijdvak van 1 juli 1992 tot en met 30 juni 1993: drie vierde deel van het verschil tussen dat bedrag en het hoogste bedrag aan inkomen waarbij bedoelde huurder over het laatstgenoemde tijdvak een bijdrage zou hebben ontvangen op grond van de Wet individuele huursubsidie zoals die laatstelijk luidde vóór 1 juli 1992 met inbegrip van de wijzigingen die daarin zouden zijn aangebracht ingevolge artikel 25 van genoemde wet indien deze wet niet in werking zou zijn getreden;
b
voor de tijdvakken, volgend op het onder a genoemde tijdvak: per opvolgend tijdvak telkens een vierde deel minder van het onder a bedoelde verschil.
3
In geval aan een huurder met inachtneming van de bij de Wet individuele huursubsidie behorende huursubsidietabel II een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van die wet is verstrekt over het tijdvak van 1 juli 1991 tot en met 30 juni 1992 voor een woning waarvan die huurder op 30 juni 1992 nog het genot had, en die huurder in een van de in het eerste lid, aanhef, genoemde op het tijdvak van 1 juli 1991 tot en met 30 juni 1992 volgende tijdvakken in plaats van aan de voorwaarden voor toepassing van huursubsidietabel II gaat voldoen aan de voorwaarden voor toepassing van huursubsidietabel IIA, is, zolang die huurder blijft voldoen aan de voorwaarden voor toepassing van huursubsidietabel IIA, het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing.
4
Ten behoeve van de huurders die in aanmerking komen voor de toepassing of de overeenkomstige toepassing van het eerste en tweede lid, stelt Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer elk jaar met ingang van 1 juli, te beginnen in 1992 en voor het laatst in 1994, een huursubsidietabel vast, in overeenstemming met het bepaalde in genoemde leden.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •